Expliciete Directe instructie - EDI
EDI 2.0
Elke dag werkt de Nutsschool met passie en toewijding om onze leerlingen voor te bereiden op het vervolgonderwijs en hun toekomstige rol in de maatschappij. Onze belangrijkste taak gaat over de kern van ons vak: onderwijzen, het bieden van eerlijke onderwijskansen. Dit doen wij aan de hand van de EDI aanpak.
EDI staat voor Expliciete Directe Instructie. Met een heldere instructie en hoge verwachtingen helpen we leerlingen om zich de leerstof van de basisschool eigen te maken.
"We meten voortdurend de ontwikkeling van onze leerlingen, maar meten slechts zelden de kwaliteit van de lessen die ze volgen."
EDI is een vorm van metacognitief lesgeven. Dit betekent dat je als leerkracht weet hoe je instructie geeft, wanneer je bepaalde technieken gebruikt, waarom je doet wat je doet en wat het effect ervan op de ontwikkeling van je leerlingen is. Hierin speelt de leerkracht een centrale rol.
EDI bestaat uit een aantal vaste lesonderdelen, aangevuld met technieken (zie figuur ).
In het EDI-lesmodel verkort je de instructietijd eenvoudig door bepaalde kinderen eerder zelfstandig aan het werk te zetten, terwijl je met de rest van de klas nog enkele voorbeelden uitwerkt.
Maar ook tijdens de klassikale uitleg kun je al rekening houden met kinderen die moeiteloos leren. Stel vragen die hen uitdagen tot dieper nadenken over het lesdoel. Noteer deze vragen tijdens je lesvoorbereiding op een aantal post-its en reik deze tijdens de les uit.
Terwijl je met de rest van de klas nog een voorbeeld uitwerkt, gaan enkele kinderen aan de slag met de verdiepende vraag. Bespreek een paar vragen klassikaal na, zodat alle kinderen profiteren van deze extra uitdaging.
In de EDI-les is er veel interactie tussen leerkracht en leerlingen en de leerlingen onderling, waardoor er veel wordt samengewerkt en relaties worden versterkt. Doordat de leerlingen zich de leerstof in kleine stappen eigen maken, doen ze veel succeservaringen op en dat vergroot hun zelfvertrouwen en motivatie.
"EDI werkt aan het versterken van de relaties, maar tegelijkertijd aan het verbeteren van de prestaties."
Een EDI-les bestaat uit de volgende Lesfasen:
Activeren van voorkennis:
De leerlingen krijgen een opdracht die aansluit bij de te geven les, maar waarvoor ze de benodigde kennis moeten ophalen uit het langetermijngeheugen. Deze kennis wordt dan weer in het werkgeheugen geplaatst, zodat hierop nieuwe kennis kan worden gebouwd. Oftewel: Wat weten ze al?
Lesdoel:
Het lesdoel wordt expliciet gedeeld met de leerlingen en maakt duidelijk wat de leerlingen aan het eind van de les moeten weten of kunnen. Oftewel: Wat wil ik ze leren?
Instructie over het concept:
De begrippen die in het lesdoel staan beschreven, worden uitgelegd.
Instructie over de vaardigheid:
De stappen die nodig zijn om de in het lesdoel beschreven vaardigheden goed uit te voeren, worden aangeleerd. Oftewel: Hoe leer ik ze dat?
Begeleide inoefening:
De leerkracht controleert voortdurend of de leerlingen de leerstof correct doen en/of begrijpen.
Kleine lesafsluiting:
De leerlingen maken opdrachten of beantwoorden vragen om te laten zien dat ze de begrippen en vaardigheden van het lesdoel beheersen. Pas dan mogen ze door naar de fase van zelfstandige verwerking.
Zelfstandige verwerking:
De leerlingen oefenen zelfstandig met de in het lesdoel beschreven begrippen en vaardigheden.
Verlengde instructie:
De leerlingen die zich de leerstof nog onvoldoende eigen hebben gemaakt, krijgen tijdens de zelfstandige verwerking een verlengde instructie van de leerkracht.
Grote afsluiting:
De leerkracht bespreekt na met de leerlingen hoe de les is verlopen, hoe is er gewerkt, welke opdrachten waren makkelijk/moeilijk.
"EDI is een adaptieve manier van lesgeven, waarbij het leren en het proces centraal staan."
Een EDI-les bestaat uit de volgende technieken:
Betrekken en activeren:
De leerlingen worden actief betrokken bij de les door mee te schrijven, na te denken, te verwoorden en uit te wisselen.
Controle van begrip:
Tijdens het lesgeven worden voortdurend gecontroleerd of alle leerlingen ook echt tot leren komen. Oftewel: Hoe weet ik dat ze geleerd hebben?
Feedback:
Het controleren van begrip geeft waardevolle informatie voor het geven van feedback. Zowel feedback van de leerkracht aan de leerling als van de leerlingen aan elkaar.
Herhalen:
Tijdens de les wordt de leerstof veelvuldig herhaald, zodat deze goed wordt onthouden.
"EDI verlegt de focus van het zoeken naar de oorzaken in het kind naar het versterken van de kwaliteit van de les."
Ter afsluiting een voorbeeld van een EDI-les
Groep 4 rekenen
Voorkennis activeren: wat weten ze al?
-
Tel verder met sprongen van twee: 16, 18, 20, 22, enz.
-
Tel terug met sprongen van twee: 34, 32, 30, 28 enz.
Lesdoel: Wat ga ik ze leren?
Ik kan de sommen van de tafel van 2 uitrekenen.
Instructie concept en vaardigheid: hoe ga ik ze dat leren?
Controleren van begrip: hoe weet ik dat ze leren?
Concept
-
is 3 - 2 een keersom? waarom wel/niet?
-
schrijf een keersom op je wisbordje
-
hoe spreek je de som uit?
-
hoe schrijf je keer?
-
is 10x2 een keersom?
-
wat is de tafel van 2?
Vaardigheid
-
welke keersom hoort er bij…
-
welke optelling hoort er bij 5 x 2?
-
Welke keersom hoort er bij 2+2+2?
-
Reken uit: 8 x2
-
goed of fout? 4 x 2 =6